Hoofdpijn

Houdt het ooit op?

Er is al zoveel over geschreven. Het meest besproken onderwerp is al jaren het weer. Elke dag zegt wel iemand wat voor weer hebben we morgen. Of aan het eind van een natte dag, het was wel somber vandaag. En nu dan…

Op de dag dat Oostenrijk een Lock down afkondigt voor ongevaccineerden en in ons land opnieuw maatregelen te wachten staan om een zorginfarct het hoofd te bieden. Heeft corona het overgenomen van het weer en is nu het meest besproken onderwerp.

Afgelopen week heb ik in de verschillende praatprogramma’s en op sociale media steeds dezelfde vragen voorbij horen komen. Hoe kan dit nu? Er is zo’n 85% gevaccineerd, waar blijft nu die groepsimmuniteit. Uitleg is wel te vinden, even los dat er natuurlijk ook mensen zijn die helemaal niet geloven dat er een virus actief is, of dat de impact op de zorg bijvoorbeeld in scene wordt gezet. Of wat dan ook…

Dit onderwerp, de polarisatie tussen de gevaccineerde en niet gevaccineerde burger, lijkt ook uit te groeien tot een maatschappelijk virus binnen onze samenleving. Sander Schimmelpenninck schrijft over een burgerschapscrisis mede veroorzaakt door de sociale media waarop burgers met een fors narcisme gehalte hun gram halen.

Zijn column is behoorlijk kritisch en misschien zelfs wel wat confronterend. Dat zal een ieder voor zichzelf invullen. Wat de oorzaak nu precies is mogen de sociologen en psychologen mee bezig gaan. Mijn inschatting is dat ons gedrag en wat het met ons doet niet veel anders is dan uit eerdere onderzoeken naar voren is gekomen. Als wij geconfronteerd worden met tegenslagen die direct betrekking hebben op onze vrijheden, onze gezondheid dan slaan we als mens en als samenleving uit het lood. Onderhuidse problemen, die er al langer waren, komen aan de oppervlakte. We zoeken naar een gezamenlijke zondebok. De overheid, het kabinet, het OMT. Sommige verliezen hun morele kompas en schieten met bedreigingen en scheldpartijen op mensen die hun functie uitvoeren. We geven het een gezicht en een naam en vergeten dat het eigenlijk ook gewoon mensen zoals we zelf zijn.

Recent hoorde ik op een praattafel een aantal bestuurders over hun vak en waarin ze mee geconfronteerd worden. “Ik weet waar je woont”. Ik zie elke dag jouw kinderen op het schoolplein” zijn steeds meer berichtjes op de tijdlijn van deze bestuurders. In onze geïndividualiseerde maatschappij zijn steeds minder mensen ergens lid van. Geen politieke partij, geen vakbond, niet bij een kerk, niet, niet… hooguit de muziek- of sportvereniging. Al ligt de voorkeur tegenwoordig vooral bij sportscholen, waar je alleen, zelfs ’s nachts op de loopband kan. Vervolgens kijkt deze geïndividualiseerde burger wel naar de overheid. Niet als burger, maar vooral als consument. Ik heb recht op…

De pandemie ligt veel bloot. Vooral hoe onze samenleving omgaat met tegenslagen. Hoe de individuele burger dat een plek geeft, hoe de belangengroepen zich opstellen en hoever we zijn doorgeschoten in het afbreken van een moreel kompas. Gelukkig, dat moet worden gezegd, het merendeel van ons halen het nieuws niet. De stilzwijgende massa, ook met een mening. In verhouding is er slechts een kleine groep van mensen die de (sociale) media benutten om hun ongenoegen te uiten. Daar is niks mis mee, al zou een ieder wel moeten varen op een moreel kompas.

Wat minder is, is dat er ook mensen voorbij komen die uitspreken boos te zijn omdat hij/zij iets niet meer kan doen, want het is niet zijn of haar probleem als er een zorginfarct dreigt. Dan denk ik, als we allemaal zo in het leven zouden staan?
Geen mensen meer die een verantwoordelijkheid willen dragen voor de samenleving? Geen mensen meer die beslissingen willen of durven nemen? Geen bestuurders, geen kiezers, geen… Alleen nog mensen die iets willen van een ander. Daar krijg ik nou hoofdpijn van.

Hoe vrij is vrij?

Vanmorgen op de televisie sprak een ondernemer van een restaurant en, ik dacht zijn kleindochter, over de vrijheid. Tenslotte is het vandaag 5 mei en vieren we onder bijzondere omstandigheden het feit dat we 75 jaar geleden als land volledig zijn bevrijd. De vraag die aan beide werd gesteld werd; “voel jij je vrij?”

De jonge dame was vrij rap met haar antwoord. Nee, zei ze, ik kan niet doen wat ik wil, ik kan niet overal heen waar ik naar toe wil. De oudere ondernemer moest er even iets langer over nadenken. Ook hij kwam op een wat genuanceerder nee. Hij vertelde zich niet volledig vrij te voelen. Zijn restaurant moest dicht.

Een dag eerder begon de koning zijn toespraak;

” Het voelt vreemd op een bijna lege Dam. Maar ik weet dat U, dat jij, deze Nationale Herdenking meebeleeft en dat we hier samen staan. In deze uitzonderlijke maanden hebben wij allemaal een deel van onze vrijheid op moeten geven. Sinds de oorlog heeft ons land iets dergelijks niet gekend.”

De koning beaamt we hebben een deel van onze vrijheid moet opgeven, maar er is een essentieel verschil want, zo vervolgt hij in zijn toespraak;

“Nu maken we zelf een keuze. In het belang van leven en gezondheid. Toen wérd de keuze voor ons gemaakt. Door een bezetter met een ideologie zonder genade die vele miljoenen mensen de dood in joeg.”

Een dag eerder was het woord aan Arnon Grunberg. Zijn 4 mei lezing met als thema “Herdenken gaat uit van de vaststelling dat het verleden niet voltooid is”
Hij deelde een ooggetuige verslag van Filip Müller die zeer dicht bij de doden is geweest. Hij was een Slowaakse Jood, lid van het Sonderkommando van Auschwitz-Birkenau. Ik citeer een stukje wat mijn maag deed omdraaien bij het horen daarvan.

Moeder en baby

“De naakte vrouwen staan met hun kinderen voor de executiemuur. Toen knalden er opeens een paar schoten door de stilte. Het kind was van opzij in de borst getroffen. De moeder, die voelde dat het bloed van haar kind langs haar lichaam liep, verloor haar zelfbeheersing en smeet de moordenaar het kind in het gezicht, toen die de loop van zijn wapen al op haar had gericht.”

Het zijn verschillende grootheden waar ik nu over spreek. Daar ben ik me terdege van bewust. Je zult maar ondernemer zijn en je ziet je levenswerk wegkwijnen door overheidsingrijpen. Je zult maar jong zijn en van het leven willen genieten en alle festivals zijn voorlopig verboden, door overheidsingrijpen. Maar weet, stel…
Je doet het toch… je opent je restaurant, je café. Je organiseert via Facebook een festival op een geweldige verlaten parkeerplaats. Je weet in elk geval zeker dat jouw niet zal overkomen wat die naakte vrouw aan die muur is overkomen. Je beland echt niet tegen een muur om afgeschoten te worden.

Onze vrijheid om te bewegen en te doen waar we zin in hebben is beperkt. In vrijheid hebben we gekozen voor mensen die nu hele zware beslissingen moeten nemen. Dat is waar we heel dankbaar voor moeten zijn en dat we dat nooit zullen vergeten. Juist, deze vrijheid is ons grootste goed om te bewaken. Want het is die vrijheid die ons bescherming biedt tegen de willekeur en waanzin van types die het niet zo op hebben met een vrije democratische rechtstaat. Vrijheid is ons grootste goed. Dat is niet te koop of af te kopen. Maar toch, voor die ondernemer, de jongeren en vele anderen zal de vraag spelen: hoe vrij is vrij?